Ripple behaalde vorige week een gedeeltelijke triomf in zijn strijd met de SEC. Volgens rechter Sarah Netburn was de SEC niet in staat om onomstotelijk aan te tonen dat speculatieve investeerders “een redelijke verwachting van winst hadden die voortkwam uit de ondernemers- of management inspanningen van anderen.” De rechter besliste hierdoor dat institutionele verkopen van de tokens wel in strijd waren met federale effecten-wetten, maar de verkoop op crypto exchanges en de programmatische online verkoop van de XRP tokens worden niet beschouwd als de verkoop van effecten.
Ondanks de slechts gedeeltelijke win is dit mentaal toch een grote overwinning voor Ripple Labs en zijn oprichters Chris Larsen en Brad Garlinghouse die sinds 2020 verwikkeld zijn in deze rechtszaak met de SEC.
Deze uitspraak is niet alleen een belangrijke overwinning voor Ripple, maar heeft ook bredere implicaties voor de crypto-industrie. Het illustreert dat het voor de SEC niet zo eenvoudig is om dergelijke rechtszaken te winnen en dat zij in de toekomst met meer overtuigende bewijslast zal moeten komen voordat ze crypto-bedrijven kan aanklagen. Ze gebruikt hiervoor tenslotte fondsen van de Amerikaanse belastingbetaler en staat zelf onder toezicht van het Amerikaanse Congres. Dit heeft een positief effect op het vertrouwen van beleggers en zal het gevoel van rechtszekerheid in de industrie vergroten. Dit kan op zijn beurt leiden tot een toename van investeringen en als stimulans voor meer innovatie.
De XRP token steeg na de uitspraak onmiddellijk met 60% in waarde en wordt hiermee de vierde grootste cryptocurrency qua marktkapitalisatie.
Symbolische klap in het gezicht van Gensler
Bovendien is de uitspraak is ook een symbolische klap in het gezicht van Gary Gensler, voorzitter van de SEC, die de laatste maanden een zeer vijandige stand tegenover deze industrie heeft ingenomen. Gensler heeft herhaaldelijk opgeroepen tot strengere regulering en toezicht op cryptocurrencies, en zijn benadering had bij veel crypto-ondernemers en -investeerders voor onzekerheid gezorgd, vooral met het oog op al dan niet “security” zijn van vele cryptomunten en tokens.
Gary Gensler gaf maandag aan teleurgesteld te zijn over de beslissing van een districtsrechtbank in de Ripple-zaak met betrekking tot particuliere investeerders. Echter, was hij wel tevreden met het deel van de uitspraak waarin werd geconcludeerd dat institutionele verkopen van de tokens wel degelijk in strijd waren met federale effecten wetten.
In antwoord op een vraag waarom de SEC leek te reguleren via handhaving in plaats van via regelgeving, zoals de Europese Unie doet met de Markets in Crypto Assets (MiCA), verklaarde Gensler dat “we enkele regelgevingen hebben uitgevoerd”, waaronder “kennisgeving en reactie op regelgeving” en het verlenen van licenties voor “makelaars-dealers met een specifiek doel”. Concreet heeft dit echter zeer weinig om het lijf en blijft Gensler vooral opnieuw zeer vaag overkomen.
Slag gewonnen, nog niet de strijd
Ondanks de overwinning en zijn positieve implicaties op de de crypto industrie en zijn community is het wel belangrijk op te merken dat deze uitspraak slechts één specifieke zaak betreft. Het betekent niet dat de SEC zijn inspanningen om de sector te reguleren volledig zal stopzetten. Het is echter wel een signaal dat de juridische strijd rond cryptocurrencies complex is en dat er ruimte is voor verschillende interpretaties.